Agenda


Foto's Hein Folkers, tekst Koos Meisner

Stad UIT zicht?
Vlak bij het centrum, naast wat ooit de drukste uitvalsweg naar het zuiden was, ligt een buurtje met vooral sociale woningbouw. Bijzonder eigenlijk op deze plek.
Ik woonde er in mijn studenten tijd. Midden in de buurt ligt een fraai groen binnenterrein, een gemeenschappelijke tuin. De auto's parkeren onder de huizen. Dat heeft een reden...


Kippenhok op binnenterrein in jaren zeventig.
Foto Koos Meisner


Een groene oase vlak bij de binnenstad

Stad IN zicht?
Wie aan de zuidkant het Hoofdstati-on verlaat, komt terecht in de Davids-traatbuurt. De Davidstraatbuurt dankt haar naam aan herberg de David. Dit was een van de toegestane herbergen buiten de stadspoort aan de Hereweg naar Groningen. Buiten de vesting mocht enkel met speciale toestemming gebouwd worden om het schootsveld vrij te houden. Maar al in1860 staan er ruim 180 woningen. De ruimtenood is hoog! In het gebied waar ook veel moeskers (kleine tuinders) zitten, wordt nog voor de ontmanteling van de vesting, de spoorlijn in 1864 aangelegd. Daardoor komen er veel spoorwe-garbeiders in de buurt te wonen. Rond die tijd worden er ook veel arbeiderswoningen door particulieren gebouwd. Veel van deze huizen zijn van slechte kwaliteit. Alleen direct langs het spoor staan betere wonin-gen, zelfs een enkele villa zoals ze ook aan de singels staan.

Sociale woningbouw en een villa langs het spoor

Circa 1970 wil de gemeente het hele stationsgebied van de Kemkesberg tot de Eendrachtskade veranderen in een kantorengebied. De (dan vooral studenten-) bewoners van de Davids-traatbuurt komen er tegen in opstand. Bekend werd de cartoon-muurschilde-ring in de Davidstraat van Kees Wille-men uit 1976, waarop wethouder Max van den Berg wordt afgebeeld als meedogenloze sloper. Dankzij het verzet haast in 'Nieuwmarkt stijl', en een omslag in het lokale politieke klimaat gaat de bouw van kantoren hier niet door.
De oude rijtjeshuizen van rond 1900 met de wc nog buiten, worden afge-broken en vervangen door sociale huurwoningen. Het is het eerste grote project van architect Jan Giezen, later jarenlang adviseur van De Vrienden. Een klein aantal betere woningen met name aan de Viaductstraat wordt gerenoveerd. Ook bij de stedenbouw-kundige opzet krijgen de buurtbewo-ners inspraak. De smalle straatjes van de volksbuurt blijven, auto's moeten   De kippenren nu
parkeren in een parkeergarage onder de nieuw te bouwen huizen.
Ook blijft het groene binnenterrein, destijds met zelfs een biologische
kip-penren, behouden. Daaraan danken we nu deze groene oase vlak
bij de binnenstad

 

* * * * * * *

Stad UIT zicht?
Stel je voor dat de functie van dit gebouw wel duidelijk in zicht zou zijn.... De buitenkant valt niet op, zit een beetje achter groen verstopt, maar is fraai.Het pand uit 1928 is gebouwd in een sobere kubistisch-expressionistische stijl, verwant aan de Amsterdamse School. Het is gebouwd in opdracht van de gemeente Groningen naar ontwerp van Siebe Jan Bouma, in die tijd stadsarchitect. Links van de ingang is een bouwsculptuur, ontworpen door de Groninger beeldhouwer Willem Valk, met daarin het bouwjaar, 1928. De gevels zijn opgetrokken uit paarsbruine mondsteen, de ramen zijn rechthoekige vensters met roede verdeling en ijzeren sponning. Binnen vind je nog de originele betegeling. In 1994 kreeg het de monumentstatus. Maar het gaat vooral om de verborgen binnenkant, vroeger heette het in de buurt de 'de strontfabriek'.

 

Stad IN zicht?
Rioolgemaal Groningen geeft als grootste rioolgemaal van het Waterschap Noorderzijlvest een indrukwekkend beeld van transport van afvalwater. Het gebouw aan het Damsterdiep 146 was in het begin eigendom van de gemeente Groningen. Hier vandaan werd het afvalwater via een persleiding, 'de smeerpijp', rechtstreeks en ongezuiverd naar de Waddenzee gepompt. De 28 kilometer lange leiding werd in de jaren twintig van de twintigste eeuw aangelegd langs het Eemskanaal grotendeels liggend in een sloot evenwijdig aan dat kanaal. Tot 1979 werd de leiding gebruikt voor het vervoer van ernstig vervuild slib.
Dat slib bevatte forse hoeveelheden kwik, arseen en andere giftige stoffen vooral afkomstig van de voormalige Groningse bestrijdingsmiddelenfabrikant Aagrunol. Dit bedrijf was tot eind jaren tachtig de enige kwikproducent van Europa.
In de jaren negentig ontving het provinciebestuur rapporten met de bood-schap dat de smeerpijp "plaatselijk in slechte staat verkeert en dat naar alle waarschijnlijkheid ook in het verleden lekkage is opgetreden". Nadat de nu verantwoordelijke provincie Groningen vanwege veranderde milieuwetgeving een rioolwaterzuiveringsinstallatie in Garmerwolde had gebouwd, gaat het afvalwater naar deze zuivering. Ook het rioolgemaal Damsterdiep 146 ging van de gemeente over in handen van de provincie. Sinds 2000 verzorgt op haar beurt het waterschap Noorderzijlvest de zuiveringstaak en is het water-schap eigenaar van het monumentale gemaal. Uiteindelijk In 2006 begon het nu verantwoordelijke waterschap Noorderzijlvest met het opruimen van bodemverontreiniging die door de smeerpijp was ontstaan. De pijp is van binnen schoongemaakt en daarna volgestort met licht beton, zodat de pijp stabiel in de grond blijft liggen. Eind 2008 was de schoonmaak klaar.

Hoe werkt het nu?
Het water gaat via de afvoer het riool in. Eerst in dunnere buizen, daarna in een stelsel van grotere buizen. Uiteindelijk komt het vieze water uit in hele grote rioleringsbuizen of persleidingen die naar het hoofdrioolgemaal gaan. Dat pompt het afvalwater verder naar de rioolwaterzuivering via persleidingen. In de zuiveringsinstallatie wordt het water weer gereinigd zodat het daarna op een kanaal geloosd kan worden. De huidige persleiding loopt nu zuidelijk van het Eemskanaal en gaat onder dit kanaal door naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Garmerwolde.

     

* * * * * * *

Stad UIT zicht?
De naam COVA op de schoorsteen is nog een stille getuige van ooit een bloeiende industrie met een vooruitziend concept.De schoorsteen staat helemaal niet zo achteraf 'uit zicht', een fietser, bezoeker van kringloopwinkels (vaak gevestigd in oude bedrijfspanden), of flatbewoner in de oostelijke stadswijken kent hem zeker. Hier geldt eerder, binnenkort 'uit zicht'. De schoorsteen wordt gesloopt dan wel verdwijnt tussen nieuwe flat gebouwen. En de kringloopwinkel vervolgt zijn nomadenbestaan.

      

 

Stad IN zicht?
Oostelijk van de Eltjo Ruggebrug staat tussen de restanten van be-drijfspanden en betonplaten, de hoge schoorsteen van het bedrijf COVA N.V. Autobanden. Het bedrijf was gespecialiseerd in het verzolen of ook wel 'coveren', d.w.z. banden voor-zien van een nieuw loopvlak, en in de verkoop van auto- en tractorban-den. Best een riskante activiteit zo pal naast een woonwijk. Fotograaf Hein Folkers maakte een enorme brand van buiten opgeslagen banden eind jaren '50 mee. Vanwege de hitte was de fabriek niet bereikbaar en vloeibaar geworden rubber liep over straat. Maar ja, het waren de ja-ren'50, de lucht van een dieselmotor noemde mijn opa 'vooruitgang'.

COVA vestigt zich in de jaren '20/'30 van de vorige eeuw aan het Eemskanaal, in een periode waarin de motorisering van het verkeer en landbouwwerktuigen begint. Het ima-go van vernieuwde banden is echter minder goed dan de banden zelf. Om die banden toch te verkopen zetten de fabrikanten eigen banden-servicebedrijven op. COVA bedient Noord-Nederland. Uit deze vroege vorm van regionale samenwerking ontstaan franchiseketens, zoals ook het nog vlak bij de voormalige COVA gevestigde Kwik-Fit.Net als de vorige StaduitZicht hoort het COVA terrein bij het plange-bied van het Damsterdiep ten (zuid)oosten van de binnenstad. Dit stukje plangebied bij COVA hoort bij dat deel van de Oosterparkwijk dat in het 'Plan van Berlage' uit 1932 was bestemd als bedrijventerrein. Hoewel veel andere bedrijventerreinen van de Oosterparkwijk na de oorlog een woonbestemming kregen, behield de locatie tussen Damsterdiep en Eemskanaal deze oorspronkelijk be-doelde functie. Op dit moment is het terrein, dat vroeger aan de rand van de stad lag, door diezelfde stad in-gehaald, dit betekent dat de industrie hier verdwijnt. Bestaande bedrijven kunnen hun activiteiten voortzetten.Woningbouw, 'wonen aan het water' met kwalitatief hoogstaande (hoog)bouw is nu de toekomstvisie. Bewoners bij de inspraak over nieuwe bestemmingen zien echter liever niet nog meer Tasmantorens. Ze prefereren laagbouw van 3 tot 4 bouwlagen als passender voor het gebied en het woongenot.Om de bij grootschalige nieuw- en vooral hoogbouw vaak optredende architectonische eenvormigheid te doorbreken wil de gemeente zoveel mogelijk beeldbepalende panden als de EMG silo en de COVA schoor-steen behouden. Maar een deel van deze panden is niet in bezit van de gemeente waardoor ze hetzelfde lot kan overkomen als het in de vorige Stad uit Zicht besproken Betonbos..., slopen omdat de projectontwikkelaar dit als het meest profijtelijk ziet. De EMG-silo ontloopt dit lot gelukkig, maar de Cova-schoorsteen? Blijft deze overeind, of zichtbaar als het onderstaande gebied wordt volgebouwd met flats. Het college wil beginnen met een stedenbouwkundig plan voor de zone tussen het Damsterdiep en het Eemskanaal, de locaties van de brandweer, de bereden politie en de containerterminal. Hier is ruimte voor ongeveer 1000 tot 2000 woningen in tien jaar tijd, zowel koop als huur. Bestaande industriële gebouwen als de EMG Silo en de Cova schoorsteen krijgen een belangrijke rol in de herontwikkeling. Onderdeel van de plannen is een extra fiets- en voetgan-gersbrug over het Eemskanaal.

* * * * * * *

Stad UIT zicht?
Kinderen krijgen er letterlijk en figuurlijk de ruimte. In het karaktervolle pand, een rijksmonument, kunnen ze fijn op verkenning en vinden ze achter elke deur een uitdaging. Net als in de grote, natuurlijk tuin, in het vroege voorjaar vol bloeiende stinsenplanten. Overal valt iets te ontdekken! En achter de tuin is op haast natuurlijke wijze een merkwaardig bos gegroeid. Met biodiversiteit en veel vogels. En dat in de onmiddellijke nabijheid van het centrum bij drukke uitvalswegen…

'Langgerekt woonhuis onder zadeldak, aan een zijde aangebouwd aan nr. 231. Twee schoorstenen op de nok. Zes 6-ruitsvensters, met de deur geconcentreerd in de rechterhelft der voorgevel.' Zo wordt het droogjes genoemd in de omschrijving van het monument Damsterdiep 233 waar nu de buitenschoolse 'Villa Petit Paradis Damsterstede' in zit. Niks over de prachtige ook monumentale tuin achter die nummers 231 en 233 trouwens… Huis en tuin stammen uit de tijd dat hier het Damsterdiep nog stroomde. Rond 1900 waren achter huis en tuin weilanden totdat het Eemskanaal (1877) werd gegraven.

Dit deel van het 'Buiten-Damsterdiep' werd gedempt in 1951 met het puin uit de verwoeste binnenstad. Het gebied tussen Damsterdiep en Eemskanaal was toen allang een strook met molens en houtzagerijen. De tuin ligt dan ook aan het 'Balkgat'. (Volgens Wikipedia is een balkengat (in Noord-Nederland balkgat) een ondiepe watergang waarin de voorraad boomstammen van een houtzaagmolen of houtzagerij wordt bewaard totdat deze verder kunnen worden verwerkt.)
Het gebied werd een industriegebied, maar deze huizen en de tuin bleven gespaard.

In de jaren '70 raakt het industriegebied in verval, houtzagerij en balkgat verdwijnen en aan de westkant worden huizen gebouwd. Maar direct achter de tuin blijft een voormalig industrieterrein braak liggen. Rondom en tussen betonplaten groeit een bos, het 'Betonbos', zo genoemd door haar alternatieve bewoners. Na ruim 15 jaar moeten deze bewoners en wellicht het bos nu weg omdat de stad in de 'Eemskanaalzone' nieuwbouw wil realiseren. Een triest (voor)uitzicht voor een prachtige monumentale tuin?

Wat is de formele kant van zaken?
Het gebied is particulier eigendom. Op het gebied is nog steeds van toepassing een oud bestemmingsplan Sontweggebied en Damsterdiep. Dit bestemmingsplan geeft het 'Betonbos' de bestemming "Bedrijventerrein 1" met een aanduiding "Archeologie 2". Bedrijfsbebouwing met een maximale bouwhoogte van 11m is hier toegestaan met een maximaal bebouwingspercentage van 60%. Ophogen en het verwijderen van bomen is verbonden aan een vergunning met betrekking tot eventuele archeologische waarden van het gebied.

In de Stedelijke Ecologische structuur 2014 van de gemeente Groningen wordt het gebied aangeduid als 'Ecologisch kerngebied groen'. Logisch als je de grootte van het geheel en naar de biodiversiteit van het gebied kijkt. Het 'Betonbos' heeft namelijk (momenteel) meer dan 350 zeer verschillende soorten bomen met een stamomvang groter dan 20 cm op 1,20m hoogte. Een groot deel daarvan is ouder dan 15 jaar. De aanwezigheid van spechten wijst op ouder bomen bestand van 30 tot 50 jaar. Ook oudere topografische kaarten lijken dat uit te wijzen. Het 'Betonbos' is een belangrijk foerageergebied voor vleermuizen. In het gebied leven vele insecten. Verder is het gebied van groot belang als rust en nestelgebied voor vogels. In het 'Betonbos' is op diverse plekken een echte bosstructuur ontstaan bestaande uit een boomlaag, struiklaag en een kruidlaag. En het 'Betonbos' bestaat zeker niet voor het grootste deel uit betonverharding.

De gemeentelijke verkenning 'Wonen op het Water' van februari 2018, bevat foto's en kaarten op zogenaamde informatie panelen met de aanduiding groene stadsontwikkeling 'stadsbos' voor de gezamenlijke locatie van de monumentale tuin en het 'Betonbos'.
(Zie https://gemeente.groningen.nl/eemskanaalzone.)

Tijdens de vergadering van de raadscommissie Ruimte & Wonen op 4 april 2018 wordt het raadsvoorstel 'Stad aan het Water: Ontwikkelingsstrategie Eemskanaalzone' gepresenteerd. Alhoewel het Betonbos aan het Eemskanaal ligt, wordt het niet genoemd in het raadsvoorstel. Bewoners van de Eemskanaalzone hebben tijdens de commissievergadering ingesproken om hun zorgen hierover kenbaar te maken, maar de gepresenteerde ontwikkelingsstrategie Eemskanaalzone werd vastgesteld. Het lijkt voor het 'Betonbos' zo de kant op te gaan van (heel traditioneel) kaalslag, zand erover en zo goedkoop en zo hoog mogelijk volbouwen met als resultaat een totaal versteende omgeving zoals de zuidkant van het Eemskanaal.

Gek genoeg wordt daarna op 26 september 2018 de structuurvisie Next City vastgesteld en aan de inwoners van Groningen gepresenteerd met daarin het 'Betonbos' samen met de monumentale tuin als 'Groene Stadsontwikkeling, Stadsbos'. Merkwaardig…

Uiteraard is de gemeenteraad, voor de vaststelling van een nieuw bestemmings- of omgevingsplan nog aan zet. De gemeente is geen eigenaar van de grond, kan dus geen 'groen' afdwingen, maar hoeft ook geen woningbouw toe te staan. Een leuke onderhandelingspositie? En met Groen Links als grootste partij ….

Foto's Hein Folkers, tekst Koos Meisner

 

* * * * * * *

Stad UIT zicht?
Een niet al te oud gasthuis aan een drukke, je rijdt er zo voorbij, verkeersader. Gebouwd aan de toenmalige Singelweg, de weg langs de vroegere vestinggracht. Er hangt, als op meer historische plekken in de stad, een informatiebord geplaatst door de Vrienden.

Stad IN zicht?
Het Typografengasthuis ligt nu aan de Petrus Campersingel.
Het is in 1903 gebouwd in opdracht van het Groninger Boekverkoperscollege en was bedoeld om kapitaal van de stichting (pensioengelden) te beleggen.

In 1891 al wilde men straatjes met arbeiderswoningen voor de verhuur te bouwen, maar de gemeente was bang voor het ontstaan van een nieuwe sloppenbuurt. Het was de tijd van het ontstaan van de woningwet van 1901 met haar grote aandacht voor licht, lucht en hygiëne. Uiteindelijk kreeg men toestemming voor het bouwen van een 'Hofje'. Op enkele bejaarde typografen na, betaalde iedereen huur. Maar de leden van het Typografen Pensioenfonds hadden korting.

In 1972 werden de woningen in het gasthuis verkocht aan particulieren. Op dat moment waren dit soort woningen erg populair bij studenten. Een aantal van hen kocht het huis dat ze huurden, enkelen wonen er nu nog. De leden van het pensioenfonds die er op dat moment nog in het gasthuis woonden, mochten er tot hun dood blijven wonen. Het beheer van het ongedeelde eigendom (tuin, poort en dergelijke) werd overgedragen aan de Stichting Typografengasthuis. Sindsdien zijn veel huizen gemoderniseerd. Sommige bewoners kochten het naastgelegen huis erbij. Het uiterlijk van het gasthuis is echter vrijwel onveranderd gebleven. Geschilderd mag er bijvoorbeeld alleen met kleuren uit het schildervoorschrift.

In 1995 werd het Typografengasthuis rijksmonument. Er wonen ruim zestig mensen die de verantwoordelijkheid voor het gasthuis en natuurlijk de tuin delen. Bij het honderdjarig bestaan van het gasthuis in 2003, schreef Rutger Kopland het gedicht 'Hof'. Het gedicht werd gezet in hardsteen en aangebracht in het plaveisel bij het hofjescomplex. De Vrienden spannen zich in voor 'plek gebonden bouwen'. De ontwikkeling van het naastgelegen UMCG houdt, getuige de bijstaande foto bepaald geen rekening met het al bestaande.

Foto's Hein Folkers, tekst Koos Meisner

 

* * * * * * *

Stad uit zicht?
Alle blaadjes hebben zich op de 1e foto door de herfstwind gedreven in de geul verzameld. Een geul op deze plek?
Deze 'wadi', een verzamelbekken bij extreme neerslag, en iets verderop de biologische moestuin producerend voor de voedselbank, vormen een groot contrast met de oorspronkelijke invulling van dit gebied…. namelijk…. een ringweg in het Pioenpark.

Het Pioenpark maakt samen met het Molukkenplantsoen en de Hamburgervijver deel uit van de groengordel rond de noordelijke en oostelijke vooroorlogse wijken De Hoogte, Korrewegwijk en Oosterparkwijk. In de uitbreidingsplannen voor de stad van H.P Berlage en H.P.J. Schut uit 1932 was op de plaats van deze gordel een oostelijke ringweg gepland. (Met toen al de pas recent aangelegde Eltjo Ruggebrug over het Eemskanaal.) Hiervoor was een grote zone gereserveerd, ook wel Berlage-tracé genaamd, maar uiteindelijk werd de ringweg, door het veel sneller dan gedacht groeiende autoverkeer, geschrapt. Pas in de jaren '80 kwam er een oostelijke ringweg tussen Lewenborg en Oosterhogebrug. De strook ten oosten van de Oosterparkwijk tot aan het Van Starkenborghkanaal was bestemd als industrieterrein, maar na de Tweede Wereldoorlog werd een groot deel daarvan alsnog voor woningbouw bestemd, deels onder de naam West-Indische buurt. In 1942 al werd een grote vijver gegraven die als waterberging voor de centrale riolering diende. Na de oorlog werd deze vijver opgenomen in het Pioenpark.
De geul (met blaadjes) op de 1e foto laat de plek zien waar de kleigrond al was weggegraven om het zandbed voor de weg te storten. Foto 2 toont de biologische moestuin op de plek waar auto's hadden kunnen razen.

  
Foto's Hein Folkers, tekst Koos Meisner

* * * * * * *

Stad uit zicht?
Het lijkt privégebied, maar het is publieke ruimte spannend ingericht voor kinderen. Kinderen gingen er naar school, later liepen minder bemiddelden door de poort.

In de Mauritsstraat (tegenover nr. 10) in de stad Groningen ontwikkelt tuin- en natuurliefhebber Peter Bulk sinds 1999 op een binnenterrein van ca. 2000 m2 een zeer gevarieerd stadsnatuurgebiedje. In het noordelijkste stukje van de tuin staan nog muurdelen overeind, resten van de school die hier stond. "Ger Roosjen, een landschapsarchitect van de gemeente ontwierp de tuin destijds, samen met buurtbewoners die het voortouw namen bij het realiseren van deze stadstuin met bijzondere (o.a. stinse) planten. Hij tekende op de muur van de voormalige school welke stukken de sloper moest laten staan." Die gereformeerde lagere school werd later uitgebreid en gebruikt als gemeentelijk huisvestingsbureau. In 1998 is de heemtuin officieel geopend, met de onthulling van een kunstwerk van Jan van Baren. Toenmalig wethouder René Paas verrichte de openingshandeling in bijzijn van alle buurtbewoners die zich hadden ingezet voor deze bijzondere stadstuin.

In het zuiden van de tuin kom je via kruip-door-sluip-door paadjes bij de plek waar takken staan om hutten mee te bouwen. De tuin is opengesteld voor alle liefhebbers.

  
Foto's Hein Folkers, tekst Koos Meisner

* * * * * * *

Stad uit zicht?
Tussen Tuinbouwdwarsstraat 9 en 17 bevindt zich een poort naar een binnenterrein.
Op dit terrein zijn schoolgebouwen verbouwd tot appartementen. Verder staat er een voormalig klooster met een grote, deels ommuurde tuin. Het werd in 1919 gebouwd in opdracht van het kerkbestuur van de Heilig Hart kerk naar het ontwerp van de Groninger architect A.Th. van Elmpt. De eerste bewoonsters, zusters Franciscanessen van de Heilige Familie, werkten in de thuiszorg voor mensen van alle gezindten. Ook vingen zij in het klooster ouderen op, die niet meer thuis konden wonen. Het klooster maakte deel uit van een katholieke ‘enclave’ tussen de Moesstraat en de Tuinbouwdwarsstraat.
In 1914 werden Heilig Hart kerk en pastorie gebouwd, in 1916 een lagere school gevolgd door het klooster en een verenigingsgebouw in 1919. In 1922 kwam er nog een bewaarschool bij met een klooster voor de zusters van Liefde, die het onderwijs behartigden. De Heilig Hart kerk met pastorie zijn (op de toren na) afgebroken in 1994, de rest staat er nog.

  
(Bron: Vrienden bulletin nummer 92; tekst Koos Meisner, foto's Hein Folkers)