| VRIENDEN VAN DE STAD GRONINGEN |
| « TERUG | DOSSIERS | ACTUEEL |

 

   Regio Tram | brief 20 juli 2011

Gemeenteraad van Groningen
p/a Dienst RO/EZ
Postbus 7081
7901 JB Groningen

Groningen, 20 juli 2011

Betreft: zienswijze ontwerp bestemmingsplan RegioTram, tracedelen 1 en 2

Geachte Raad,

Bij eerdere inspraakmogelijkheden m.b.t. de plannen voor de tram hebben we steeds bezwaar gemaakt tegen de komst van een (grote) tram door de kwetsbare historische binnenstad van Groningen, dit omdat o.i. deze tram een te grote aanslag op de historische waarden zou betekenen.
Nu door de Gemeenteraad is besloten om de tram toch door de binnenstad te laten lopen, is voor ons aan de orde om te beoordelen of de historische waarden van de binnenstad voldoende zijn gewaarborgd bij de aanleg van de tram. Onze zienswijze wordt daar dus door bepaald.

Ons valt op dat in paragraaf 3.3, waar de randvoorwaarden worden gesteld voor de aanleg van de tram, er nagenoeg uitsluitend technische randvoorwaarden zijn opgenomen. De zorg voor de historische binnenstad wordt slechts verwoord door te vragen rekening te houden met het beschermde stadsgezicht en cultuurhistorische waarden. Bij de regels voor de bestemmingen komt dit echter onvoldoende tot uitdrukking. Zo is in de bestemming ‘verkeer en verblijf’ in het geheel geen bepaling hierover opgenomen.

Wij vinden het van belang dat de historische en culturele waarden in de binnenstad voorop staan en het ontwerp/de inpassing van de tram (en wat daarmee samenhangt, zoals abri’s) daar vanuit moet gaan.. Aantasting van die waarden zou slechts mogen worden toegestaan als er geen andere mogelijkheid is. De formuleringen in paragraaf 3.3 en met name de bestemmingsregels voor ‘verkeer en verblijf’ geven nu ruimte om ongewenste ingrepen toe te staan.
Wij pleiten dan ook voor een sterkere formulering in paragraaf 3.3. en opname van behoud van de historische waarde in de bestemming ‘verkeer en verblijf’. Naar onze mening moet daarin tot uitdrukking komen dat binnen het beschermde stadsgezicht dat stadsgezicht en de cultuurhistorische waarden niet mogen worden aangetast, tenzij er aantoonbaar geen andere oplossing mogelijk is.
Is het laatste het geval dan zou dat onder de afwijkingsbevoegdheid van B en W moeten vallen, waarbij vooraf het advies van de monumentencommissie moet worden vereist.

Hoogachtend,
namens het bestuur van de “Vrienden van de Stad Groningen”,

mr.drs.J.van der Laan, secretaris.

^top