Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Groningen
Postbus 20001 9700 PB Groningen
Betreft: Ontwerp- bestemmingsplan Hoofdstation, zienswijze
Groningen, 15 juli 2016
Het bestuur van de stichting Vrienden van de Stad Groningen heeft de volgende opmerkingen over het ontwerp bestemmingsplan Hoofdstation.
De Hal
1) De grote hal van het stationsgebouw is een belangrijk monument van de stad. De vormgeving is bijzonder. De functie als poort tot de binnenstad voor de aankomende reizigers is betekenisvol. Die functie, zo staat in het ontwerp bestemmingsplan te lezen, zal van grotere betekenis worden doordat de uitgang van de reizigerstunnel eindigt bij de ingangen van de hal waardoor veel meer reizigers van de hal gebruik zullen maken.
De hal kreeg eind jaren ’90 van de vorige eeuw bij de restauratie zijn monumentale allure terug mede dankzij de monumentensubsidie en subsidies van particuliere instellingen. Het bestemmingsplan dient er voor te zorgen dat deze allure bewaard blijft en dat de daartoe gepleegde investeringen niet worden verkwanseld.
Het ontwerp bestemmingsplan ruimt veel plaats in voor de bestemming “detailhandel en horeca” in de stationsgebouwen en op de perrons. De NS heeft, zo valt te lezen in Het reactierapport voorontwerp bestemmingsplan Hoofdstation Groningen van het college van B en W, waar het maar kon gepleit voor ruimere detailhandels en horeca- mogelijkheden. En het college is aan deze verlangens ruimhartig tegemoet gekomen. Het gaat bij de NS- verlangens bepaald om meer dan om de veelal technische reacties van de verschillende overlegpartners (waaronder dus de NS ) zoals B en W schrijft op pg 47 van het reactierapport. Daarbij is het opvallend dat in de gemeentelijke reactie op de NS- verlangens geen argumenten te lezen zijn die het college noopten de zienswijze van de NS over te nemen. Die argumentatie is temeer op zijn plaats omdat de Groningse detailhandel het toch al moeilijk heeft. Op weer een detailhandelscentrum in de binnenstad er bij zit niemand te wachten.
Voor het stationsgebouw geldt de bestemmingsomschrijving Verkeer en railvervoer. Detailhandel en horeca zijn binnen deze bestemmingsomschrijving toegestaan op de lokaties met aanduiding specifieke vorm van detailhandel-detailhandel en horeca 3, op de verbeelding aangeduid met sdh-dh3. Binnen deze aanduiding geldt geen oppervlaktebeperking. Binnen de bestemmingsomschrijving Verkeer en railvervoer en de aanduiding sdh-dh3 zijn tot een bepaald metrage ook detailhandel en horeca 1,2,3 toegestaan. Op de verbeelding valt te lezen dat deze functie in het stationsgebouw tweemaal is ingetekend en wel in de rechtervleugel en in de hal. We leiden hieruit af dat de plaats van de aanduiding de lokatie is van de aangegeven functie. Wij stellen voor deze functieaanduiding uit de hal te verwijderen zodat de doorstroming van de reizigers onbelemmerd plaats kan vinden en uitstallingen, uitbouwen en dergelijke ten koste van het monumentale karakter van de hal niet gaan voorkomen. Wij menen dat hiermee ook kan worden voorkomen dat de NS grote openingen in de wanden van de hal construeert naar de achterliggende ruimtes van de desbetreffende handel resp horecavoorzieningen. De doorbraken in de wanden van de monumentale hal van het stationsgebouw van Leeuwarden mogen dienen tot afschrikwekkend voorbeeld.
Een tweede bedreiging voor de hal vormt art 6.1 lid g van de Regels waarin wordt toegestaan detailhandel en horeca te vestigen tot een oppervlakte van 40 m2 ( was in het voorontwerp 25 m2 maar op verzoek van de NS is in het ontwerp de oppervlakte vergroot ) buiten de sdh-dh3 lokaties. Wij stellen voor dit voor de hal niet toe te staan om de in de voorgaande alinea aangevoerde redenen.
Dat bevorderd zal worden dat de loop van de reizigers door de hal zal voeren juichen we toe. Maar wij hopen niet dat de ontwerpers met plannen komen om het aanzien van de deurenwanden te veranderen.
Op verzoek van de NS is voor de hele bestemming verkeer en railverkeer de functie cultuur, ontspanning en culturele voorziening toegestaan. Wij stellen voor deze functie voor de hal toe te staan voor zover er sprake is van een tijdelijke activiteit. Permanente tentoonstellingen bijvoorbeeld zullen in de hal niet moeten worden toegestaan. Voor de redenen zij verwezen naar de voor vorige alinea.
2) De route over het stadsbalkon.
Nu uit Het reactierapport voorontwerp bestemmingsplan Hoofdstation Groningen blijkt dat om financiële reden het college de hoogteverlaging tot het maaiveld van het stadsbalkon niet in overweging zal nemen richt onze aandacht zich op de wandel route die de reiziger naar en uit de binnenstad zal nemen. Het college noemt als op te lossen obstakels van deze route de uitstraling van het stadsbalkon, het hoogteverschil met de omgeving en de obstakels op het dek van het balkon. Wij vinden dat deze verbeteringen in samenhang moeten worden beschouwd met de obstakels die tot de Werkmanbrug nog volgen: de oversteek van de verkeersweg, de trap naar de brug en de fietsers. Deze obstakels liggen weliswaar buiten het plangebied maar de keuze die voor het oplossen van deze obstakels zou kunnen worden gekozen heeft consequenties voor de aanpak van de obstakels van het stadsbalkon zelve. Wij pleiten voor een overbrugging vanaf de Werkmanbrug van de verkeersweg met een landing op het balkon. Ondermeer zal de consequentie zijn dat de verkeersweg moet worden verlaagd. Wij hopen dat het overwegen van deze oplossing niet wordt verhinderd door de oplossingen die uit het bestemmingsplan Hoofdstation zullen voortvloeien.
Hoogachtend,
Namens de Stichting Vrienden van de stad Groningen,
Chris Wessels
secretaris
www.vriendenstadgroningen.nl - info@vriendenstadgroningen.nl
^top
|