Agenda
 
Aan de leden van de Raadscommissie Ruimte en Wonen    

Geachte dames en heren

Sinds 2011 worden door het college omgevingsvergunningen verstrekt voor buitenplanse bouwprojecten die in een van de categorieën van een door uw raad vastgestelde categorieënlijst vallen tenzij u te kennen hebt gegeven de aanvrage eerst op de agenda van de commissie Ruimte en Wonen te willen plaatsen.( het "piepsysteem"). De evaluatie van de toepassing van deze aanpak heeft een aantal onvolkomenheden aan het licht gebracht waarvoor in de evaluatie-rapportage oplossingen worden voorgesteld.

Een argument om in 2011 van een artikel uit de Wabo gebruik te maken om in bepaalde gevallen voor de toekenning van een omgevingsvergunning door de Raad geen verklaring van geen bedenkingen te laten afgeven was dat daardoor de gemeenteraad minder zwaar zou worden belast. Nu uit de evaluatie blijkt dat het aantal aanvragen voor een omgevingsvergunning ten behoeve van een buitenplans bouwproject de laatste jaren sterk is afgenomen dringen wij er bij u op aan de praktijk van voor 2011 weer in ere te herstellen. De teleurstellende ervaringen die met de uitvoering van de procedure volgens het Wabo-artikel in Groningen zijn opgedaan- uit de evaluatie is gebleken dat de leden van de Raad onvoldoende worden geïnformeerd over de voorliggende aanvragen en de wethouder de binnenkomende zienswijzen ondanks het daartoe genomen besluit in 2011 sinds 2014 niet meer aan de Raad heeft gezonden- pleiten hier temeer voor.

Belangrijker nog is de principiële kant van de zaak die door de ontwikkelingen van de laatste jaren extra sterk naar voren komt. De vaststelling van het bestemmingsplan is de taak van de gemeenteraad. Daaruit dient voort te vloeien dar de afwijkingen van het plan eveneens door de Raad worden beoordeeld. Met de vaststelling van de categorieënlijst is een ruimte gecreëerd waarbinnen het uitvoerend apparaat van de gemeente onder leiding van de wethouder van Wonen feitelijk over de afwijkingen beslist. De nieuwe categorieënlijst die naar aanleiding van de fusie van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer is opgesteld maakt deze ruimte alleen maar groter. Zo wordt bij categorie L de oude beschrijving gebouwen van beperkte omvang vervangen door gebouwen. De nieuwe categorie T bevat een opsomming van documenten van ruimtelijk beleid waartoe de Raad kan besluiten. Als een bouwinitiatief binnen enig ruimtelijk kader van één dezer ruimtelijke documenten valt is geen vvgb nodig. Met zo'n definiëring is het langzamerhand niet meer voorstelbaar dat in de gemeente Groningen nog enig bouwinitiatief een vvgb zal behoeven.
Kortom, de beoordeling van de buitenplanse initiatieven komt hiermee feitelijk steeds meer buiten het bereik van de Raad. Deze ontwikkeling zal zijn bekroning vinden met de invoering van de omgevingswet. Als dan wordt afgeweken van het omgevingsplan dat de functie van het bestemmingsplan zal overnemen zal het uitvoerend apparaat ook formeel de beslissing nemen en kan daarbij aan de Raad een adviserende rol worden toegestaan. Het uitvoerend apparaat heeft definitief de zaak van de gemeenteraad overgenomen.

Buitenplanse bouwprojecten zijn van groot belang voor de initiatiefnemers en raken tegelijk aan de belangen van de omwonenden. Ook dit gegeven vergt een afweging, niet van beambten maar van de politiek verantwoordelijken in onze stad die in het openbaar de afweging maken.

Om al deze redenen zou het een goede zaak zijn dat de raad besluit over de toekenning van een verklaring van geen bedenkingen bij alle buitenplanse bouwaanvragen.

Namens het Platform Cultureel Erfgoed Groningen, waarin zijn vertegenwoordigd de wijkverenigingen A-kwartier, Hortusbuurt en Binnenstad-Oost, de Bond Heemschut en de Vrienden van de Stad Groningen.